Radiocommunicatie is grotendeels een praktisch vak: u moet de termen kennen, en weten wanneer u welke dingen moet zeggen. Tijdens een praktische toets laat u zien dat u begrijpt wat er tegen u gezegd wordt, en dat u weet wat u terug moet zeggen.
Voor een deel wordt die kennis ook weer getoetst op het theorie-examen. Verder wordt u daar geacht wat te weten over een aantal technische zaken (frequenties, golven, transponders), en hoe te handelen bij noodgevallen (vliegtuigen in nood, of het uitvallen van uw radio’s).